Vraag: Ik heb een opbeetplaatje / bitje / splint ter voorkoming van het tandenknarsen en klemmen gehad, maar ik blijf spannings- en/of pijnklachten houden. Hoe kan dat?
Antw: De meest voorkomende oorzaken van kaakklachten zijn veelvuldig klemmen of knarsen. Hierdoor raken de kauwspieren vermoeid en kunnen tanden en kiezen beschadigen. Dit kan leiden tot pijn in de kauwspieren en het kaakgewricht. Ter voorkoming daarvan wordt regelmatig een splint, bitje of opbeetplaat verstrekt om het bruxisme of tandenknarsen tegen te gaan.
In het begin voelt de splint als een lichaamsvreemd voorwerp in de mond. Je hebt het idee dat je constant op een dropje zit te kauwen en het vormt mogelijk ook meer speeksel. Je ziet dan nog wel eens dat in plaats van het doel - ontspanning - de persoon komt tot een verhoogde activiteit van de kauwspieren. Het kaakgewricht zal door de verhoging - het bitje - op de tanden wel ontzien worden en minder klachten geven, maar de spanning neemt niet altijd af.
Wat dan nog een aanvulling op de splint-therapie kan zijn, zijn gerichte ontspanningsoefeningen in combinatie met actieve oefeningen voor de kauwspieren. Deze oefeningen kunnen voorgedaan worden o.a. door de orofaciaal fysiotherapeut. Daarnaast zal de orofaciaal therapeut uitleg geven over afwijkend mondgedrag en uitgebreide uitleg en instructie geven om dat tegen te gaan.
Een splint is inderdaad nuttig voor verschillende doeleinden (o.a. ter bescherming van tanden en kiezen), maar het kan zijn dat het niet altijd effectief is voor ontspanning van de kaken. Hier zijn enkele mogelijke redenen waarom een splint mogelijk niet werkt zoals verwacht:
-
Verkeerde diagnose: Als de oorzaak van de kaakspanning niet correct is vastgesteld, kan een splint mogelijk niet de juiste oplossing bieden. Het is belangrijk om de onderliggende oorzaak te begrijpen voordat een behandeling wordt gestart.
-
Verkeerd gebruik: Een splint moet correct worden gebruikt om effectief te zijn. Als de splint niet goed is aangepast of als u deze niet regelmatig draagt, kan dit de resultaten beïnvloeden.
-
Individuele variatie: Ieder persoon reageert anders op behandelingen. Wat voor de ene persoon werkt, werkt mogelijk niet voor een ander. Het kan zijn dat een splint simpelweg niet geschikt is voor uw specifieke situatie.
-
Andere factoren: Er kunnen andere factoren zijn die de spanning van de kaken beïnvloeden, zoals stress, spierspanning of andere medische aandoeningen. Een splint kan deze factoren niet altijd volledig aanpakken.
- Ontspannen moet je leren: Met alleen een goed hulpmiddel ben je er niet. Je zult ook moeten leren te ontspannen mét het hulpmiddel.
Ontspannen, maar hoe dan vragen veel cliënten?
Als u merkt dat de splint niet effectief werkt en eerder spanning opbouwt dan vermindert, raad ik aan om contact op te nemen met een orofaciaal fysiotherapeut. Zij kunnen uw spanning in het hoofdhalsgebied beoordelen, eventueel afwijkend mondgedrag bespreken en indien nodig een andere behandelingen voorstellen in samenspraak met u en uw tandarts of kaakchirurg.
Lees meer over veelgestelde vragen